Tweetalige hersenen

c40084_1316677676

Tweetalig: een term die wordt gebruikt voor personen die twee talen spreken, maar wanneer wordt iemand als tweetalig beschouwd? Is dit al wanneer je de een taal vloeiend beheerst, zijnde de moedertaal en een ander een stuk minder? En welke aspecten moet je beheersen om jezelf als tweetalig te kunnen bestempelen? Ik spreek en schrijf bijvoorbeeld naast Nederlands ook een behoorlijk woordje Engels dankzij mijn opleiding. En in het Frans kan ik ook een aardig woordje spreken, terwijl ik bij het schrijven ervan nog heel veel moet nadenken. Maar ik kan niet zeggen dat ik mezelf daardoor als twee-, of zelfs drietalig beschouw. De wereldwijde organisatie voor het leren van talen, Babbel, deed onderzoek naar de definitie van taal. Zij vroegen verschillende mensen welke talen zij spraken en of zij zich zelf “bilingue” beschouwden.  Conclusie? Iedereen heeft eigenlijk een beetje zijn eigen definitie en dat merk ik om mij heen ook. Ikzelf omschrijf mijn talen kennis dan ook vaak als “een aardig woordje Engels” of “een aardig woordje Frans, maar zeker niet perfect”, terwijl mensen om mij heen, en zeker wanneer ze de taal zelf niet, of bijna niet, spreken misschien wel zullen zeggen dat ik tweetalig ben. Het is een beetje een grijs gebied en het gaat er maar net om wat voor jou daar in belangrijk is.

(via Babbel.com)

Daarnaast is taal zelf natuurlijk ook geen abstract “ding”. Taal leeft en draagt bij aan onze verbeelding en onze relatie met de dingen om ons heen. De manier waarop wij onze emoties uitdrukken en onze identiteit in de wereld plaatsen hebben allemaal te maken met taal. En het gevoel van tweetaligheid heeft hier ook veel mee te maken: hoe gemakkelijk voel jij je in het spreken van die tweede taal? Ben je bekend met de cultuur en de maatschappij, de accenten? Allemaal dingen die kunnen meespelen bij het stellen van de definitie.  Maar één ding is wel duidelijk: tweetaligheid is goed voor de hersenen, zelfs wanneer je pas op latere leeftijd een tweede taal leert.

Als eerste is er het voordeel dat je als tweetalige twee linguïstische systemen aanmaakt in je hersenen die je als referentiepunt kunt gebruiken om een gevoel of een situatie te beschrijven. Terwijl men vroeger (voor 1962) dacht dat dit voor veel problemen zorgde, heeft een studie van Peal Lambert over de relatie tussen tweetaligheid en intelligentie uitgewezen dat dit wijst op een groter gebruik van het cognitieve vermogen. De kinderen die deelnamen aan deze tests scoorden significant hoger bij zowel verbale als non-verbale tests dan leeftijdsgenootjes die slechts een taal spraken.

Het onderzoek van Babbel vergelijkt het kiezen van een taal met het kiezen van een weg, waarin de uitspraak de route is, de grammatica het vervoer en de woorden de markering van de route zullen zijn. Iedere route heeft zijn eigen unieke beeld van de omgeving en dit is ook met woorden zo. Denk er maar eens over na: als je nu denkt aan het woord “Pain” dan zit je met je gedachten in Frankrijk met een knapperig stukje goudgeel stokbrood op je bord, terwijl je bij “brood” eerder denkt aan een sneetje volkoren met een plakje kaas: twee hele verschillende dingen met verschillende herinneringen. Iemand die tweetalig is heeft kan dan ook kiezen voor twee verschillende routes om te omschrijven wat hij voor zich op zijn bord heeft liggen en dat zorgt voor een rijkere inkleuring van de omgeving.

Een groot voordeel hierin is vorig jaar ontdekt door Zweedse onderzoekers: door de groei in cognitieve vaardigheden groeien ook je hersenen en met name de hippocampus en de hersenschors: de delen die bij Alzheimer juist worden aangetast. De hippocampus is het deel van de hersenen dat helpt bij ruimtelijke oriëntatie en ons geheugen: hier worden tijdelijke herinneringen opgeslagen voor ze naar het langetermijngeheugen gaan. De groei hiervan, zo is al uit eerdere onderzoeken gebleken, zou er onder andere voor kunnen zorgen dat de ziekte van Alzheimer vier tot vijf jaar kan worden uitgesteld.

Een ander grappig feit, dat ik zelf ook wel herken, heeft te maken met hoe jij beslist welke taal jij tegen iemand moet spreken. Tijdens mijn werk op Franse campings, bijvoorbeeld, vond ik het zelf altijd een leuke uitdaging om te kijken of ik iemand direct in de juiste taal kon aanspreken. De Belgische student ontdekte dat we de keus maken op basis van het gezicht van onze gesprekspartner. Al met al genoeg redenen om ons te blijven verdiepen en verbeteren in de Franse taal.


Geplaatst

in

,

door

Reacties

Geef een reactie